Ik vergeet mijn sores

INTERVIEW met Marry van Wijk door Margreet Geevers

“Zoek een hobby, ” zei haar man een jaar of 10 geleden en Marry van Wijk besloot om van het zo maar af en toe kiekjes schieten een echte fotohobby te maken. Ze kocht een goede digitale camera, ging op pad en keek met een andere blik naar de wereld om zich heen.

“Het was alsof ik opnieuw leerde kijken. Ik zag toen pas goed hoe fascinerend wolken zijn, hoe mooi het buiten in bos en weiland is. Maar om al dat moois ook zo te fotograferen dat de schoonheid van de foto afspat, is nog niet zo eenvoudig. Daarom heb ik me aangemeld bij de fotoclub in Sint-Oedenrode. Daar heb ik heel goed leren kijken en ook veel opgestoken van de ervaringen van anderen. Ook op internet vond ik heel veel nuttige tips en door verschillende workshops leerde ik macrofoto’s maken. Met die ervaring en kennis ga ik nu op pad; fototoestel in de aanslag om mijn nek en in mijn rugzakje een klein statief, een plastic zak, een wit parapluutje, een knijpertje, een schaartje en een zak krentenbollen. “

Ik ben onderhand wel heel nieuwsgierig naar de foto’s van Marry. Dus haalt Marry haar IPad voor de dag en opent haar map met foto’s. En inderdaad de schoonheid van de natuur spat van de foto’s af. Prachtige libellen en beeldschone vlindertjes die uitrusten op een grashalm met de ondergaande zon als decor.
Marry licht toe: “Die plastic zak heb ik nodig om op te liggen. Ik kan goed anderhalf uur moeten wachten tot de zon precies goed achter die libelle hangt. Met het schaartje heb ik dan al wat grassprietjes die in de weg hingen weggeknipt. Met het knijpertje heb ik de grashalm een beetje gefixeerd. Je moet er echt wel iets voor over hebben om een mooie natuurfoto te kunnen maken. Ik heb weleens een uur of twee aan de waterkant gezeten om de geboorte van een libelle mee te maken en vast te leggen. Dan is een lekkere krentenbol broodnodig. Ik zit er ook niet mee om op een zomerochtend om 4 uur mijn bed uit te stappen om op een bepaalde plek en met de juiste lichtval insecten te kunnen fotograferen. Weet je, ’s morgens hangen de libellen heel stil in struiken aan de waterkant waardoor je ze goed kunt fotograferen. Of ik banjer met laarzen aan door het natte gras van bijvoorbeeld de Vresselse bossen waar ik op een bepaalde plek oranjetipjes weet te zitten; daar ga ik dan liggen wachten op het volmaakte plaatje. Met dat liggen jaag ik andere vroege wandelaars ook weleens schrik aan: ze denken dan dat ik niet goed geworden ben. Ook ga ik ’s avonds tegen zonsondergang graag nog een stukje rijden naar een plek waar ik mooie plaatjes kan schieten van wolkenpartijen die heel speciaal worden aangelicht door de ondergaande zon. Als het donker is, rijd ik dan diep tevreden weer naar huis met de prachtigste plaatjes.

Mijn leven is echt veranderd door mijn hobby. Ik kijk veel bewuster naar de wereld om me heen en geniet veel meer van al het moois dat de natuur me te bieden heeft. Ik vergeet mijn sores als ik thuis geconcentreerd bezig ben op mijn computer om met bepaalde programma’s mijn opnames nog sprekender te maken. Het is goed voor mijn geestelijke en dus ook voor mijn lichamelijke gezondheid dat ik een hobby heb. Ik kijk naar de wereld om me heen en dat leidt af van allerlei individuele beslommeringen. Dat verruimt mijn geest en ontspant. Bezig zijn met mijn hobby is bezig zijn met mijn positieve gezondheid. En dat is iets waar jullie Zorg Coöperatie ook mee bezig is, toch?”