Ik vind het achteraf zo stom

INTERVIEW met Francine Versantvoort
door Margreet Geevers-Offermans

“Ik denk dat me heel veel stress bespaard was gebleven als ik de Zorg Coöperatie had ingeschakeld,” verzucht Francine Versantvoort wanneer ze mij vertelt over de organisatorische rompslomp met betrekking tot de nazorg die zij nodig had na een zware hersenoperatie.

“Omdat ik alleen ben en omdat ik gewend ben alles zelf te regelen, had ik voor de operatie die ik moest ondergaan ervoor gezorgd dat alles wat ik kon regelen ook geregeld was. Ik had met mijn kinderen goede, informerende gesprekken gehad, ik was bij de notaris geweest, ik had contact gehad met de zorgverzekering en ik had in het Zorghotel een kamer gereserveerd. Wat kon ik nog meer doen? Naar mijn mening niets. Ik ging dus wat die zaken betreft met een gerust hart het ziekenhuis in. Ik wist dat het een ingewikkelde en riskante, maar ook een onvermijdelijke en noodzakelijke ingreep was. Daarom vroeg ik aan de chirurg voordat ik onder zeil werd gebracht of hij mij zijn handen wilde laten zien. Ik voelde dat ik dat moest vragen. Ik legde immers letterlijk mijn lot in zijn handen.
De operatie verliep, ondanks een onverwachte complicatie, voorspoedig en ik was binnen korte tijd alweer zo ver bij dat ik geconfronteerd kon worden met een overleg over de nazorg. En daar begon  mijn zaak te ontsporen. Ik had bij de intake aangegeven wat ik allemaal geregeld had en ook afgesproken dat de transferverpleegkundige, met wie ik mijn afspraken had doorgenomen, bij het gesprek na afloop van de operatie zou zijn. Helaas, zij was er niet. De verpleegkundige van de afdeling bekeek in haar computer de lijst met afspraken, zag daar dat er van alles was afgevinkt en dus was voor haar duidelijk: ik kon na een week herstel in het ziekenhuis naar het Zorghotel in Uden.
Toen begon de bureaucratische strijd. Op de eerste dag van mijn verblijf in het Zorghotel kreeg ik te horen dat de bekostiging alleen door de zorgverzekering vergoed werd als er in het ziekenhuis een indicatie was afgegeven en die was er niet want ik had zelf van tevoren een kamer geregeld. De kosten zouden dus helemaal voor mij zijn. Daar nam ik geen genoegen mee en er volgden twee dagen waarin ik uren, echt uren heb zitten telefoneren met de zorgverzekering en met het ziekenhuis. Moet je voorstellen hoe ik daar, met een kop met 40 nietjes en een lichaam en geest die bij moesten komen van 7 uren narcose, zit te bellen met elkaar bestrijdende instanties. Ik had het gevoel dat ik tussen twee bureaucratische wielen terecht was gekomen. Het knarste van alle kanten en de zaak kwam gewoon niet los. Ik had niet gehandeld volgens de verschillende protocollen en daardoor ging de administratieve afwikkeling helemaal mis. Het was vreselijk: ik was boos en bang dat door de stress mijn genezing niet goed zou verlopen.
Het is uiteindelijk allemaal goed gekomen zowel met mij als met de verzekering, maar ik gun niemand zo’n herstelperiode.
Ik vind het achteraf zo stom dat ik er niet aan gedacht heb om vantevoren met een zorgadviseur van de Zorg Coöperatie, Toon van de Wijst of Gonny van der Doelen, contact op te nemen. Toon of Gonny had met mij kunnen doornemen wat er zoal op mij af zou komen en op welk moment zij iets voor mij zouden kunnen betekenen. Zij zouden dan ook van alles op de hoogte zijn geweest, waardoor zij me makkelijker hadden kunnen bijstaan op momenten dat er toch iets niet helemaal goed ging.
Kortom: het is allemaal op z’n pootjes terecht gekomen, maar het had zo veel rustiger en gemakkelijker kunnen gaan, als ik op tijd de bijstand van de Zorg Coöperatie had ingeschakeld.