Wat ons bezig houdt – Mijn Vader

door: Marlène Mannens

Mijn vader

“Wè ken ich zegge dat ‘r is”, zegt mijn vader als hij de deur open gemaakt heeft. Daar staat hij dan, mij aankijkend en wachtend op mijn antwoord. “Ich ben dien derde dochter en tevens de knapste”, antwoord ik. Onze humor is gebleven, ook nu hij dementeert.
Hij loopt voor me uit, duikt in zijn rode relaxstoel en houdt meteen de snoep/koekjestrommel in de gaten. Je weet maar nooit of deze gast zijn snoepjes op gaat eten. Met name mijn zwager Jos heeft hier een handje van en bij een bezoek van hem is hij extra alert. Soms legde hij er dan zelfs een zakdoek over. Dan wist Jos zeker niet dat er een trommel was. Hij kijkt me aan, een hele tijd. En als hij zeker is van het feit dat ik niet in de trommel duik, gaat hij relaxt zitten.
“Zeet geer auch getrouwd”, vraagt hij vervolgens. En ik vertel hem dat ik ook getrouwd ben en met wie. Dan kijkt hij me weer lange tijd aan, zucht en zegt vervolgens: “Verrek, du bist eine van mich, ich hub dich zelf gemaak”.
De telefoon gaat. Mijn vader neemt op en voert een minuut of tien een zeer geanimeerd gesprek. Eenmaal opgehangen vraagt hij aan mij: “Wè waor dat”. Ik schud nee want ik heb ook geen idee met wie
hij gesproken heeft. Vervolgens hebbe we allebei weer dikke pret.

Bovenstaande tafereel speelde zich zo’n 20 jaar geleden af in een verzorgingshuis in Sittard.
Mijn vader, dementerend, verward, bijna 90 jaar.
Het was wennen aan deze “staat van zijn”.
Hij was voor mij altijd de lieve, zorgzame, ietwat angstige maar vooral humoristische vader.
Zijn humor die is gebleven, tot groot genoegen van de verzorgers/sters.
Er viel vaak met hem te lachen en dat maakte het verzorgen lichter, leuker.

Afgelopen weken heb ik met verbijstering naar een aantal afleveringen van de documentaireserie “kanaal sociaal” gekeken over hoe mantelzorgers zich staande moeten houden anno 2022. We leven in een samenleving waarin we het toch zelf en met elkaar moeten zien te redden. De zorg gaat nog minimaler worden.
Ik werd er niet vrolijk van.
Het belang en de noodzaak van de Zorg Coöperatie werd weer eens bevestigd. En samen moeten we het zien te rooien. Daar ben ik steeds meer van doordrongen.

En als we het dan een keer niet meer zien zitten als mantelzorger of zorgcirkel vrijwilliger, dan vertel ik gewoon wat grappen van mijn vader. Daar knap je van op, aldus de verzorgsters van het verzorgingshuis in Limburg.

En oh ja, de platen van Toon Hermans draaide hij grijs. Helemaal zijn humor.