DE EMOTIONELE CONSEQUENTIES WOGEN ZWAAR

Onlangs heeft ZCR een belronde georganiseerd onder de leden.
Op het moment van bellen (6 juni 2020) zegt vrijwel iedereen dat het nu goed gaat, ook al hebben enkele geïnterviewden de afgelopen drie maanden te maken gehad met forse, niet-Corona gerelateerde fysieke narigheid. Bij twee van hen had dit een ziekenhuisopname tot gevolg. Door de Corona-crisis moest een van de geïnterviewden zelfs naar een ziekenhuis buiten onze eigen regio en dat was voor de communicatie niet zo bevorderlijk.

Terugkijkend constateren vrijwel alle geïnterviewden dat het de eerste 2 à 3 weken van de lockdown wel meeviel. Het gevoel van: “dat fiksen we wel, even de tanden op elkaar en dan doorbijten” overheerste. Maar na een week of drie/ vier sloeg de onzekerheid, de angst en de wanhoop toe.
Op dit moment van de lockdown bleek een groot verschil tussen de alleenstaanden en de echtparen. Bij de alleenstaanden veroorzaakte de sociale distantie dat zij echt de hele dag of soms dagen achtereen helemaal alleen waren en dat toen de eenzaamheid toesloeg. Een van de geïnterviewden verwoordde het heel schrijnend: “Het voelde alsof ik weer terug was in het rouwproces na de dood van mijn partner; ik voelde me weer net zo eenzaam.” Ook onthutsend was wat een andere alleenstaande dame op leeftijd zei : “De oorlog was erg, maar dan had je elkaar nog. Nu heb je elkaar niet meer en dat vind ik veel erger.” Bij alle alleenstaanden kwam naar voren dat alles wat zij aan bezigheden en contacten hadden opgebouwd om zin/vorm/structuur te geven aan hun leven alleen, was weggevallen.
Maar dan blijkt toch ook weer de veerkracht; iedereen vond wel weer iets om toch af en toe contact te hebben met een medemens:
-op bezoek bij elkaar in de tuin,
-wandelingetjes door het dorp of de wijk om een praatje te kunnen maken met andere wandelaars,
– voorlezen aan de kleinkinderen via Zoom wat ook gevoeld werd als een vorm van ontmoeten,
-meer contact via Whatsapp en videobellen met familie,
-lunchwandelen met een bekende,
– voor een enkeling lag de afleiding in het vele huishoudelijk werk dat gedaan moest worden, waardoor zij geen tijd en fut had om na te denken over de ellende,
– een van de geïnterviewden had met een clubje vriendinnen een week lang iedere dag geschreven over kwesties die met de Corona-narigheid samen hingen. Na een week lazen zij via een online verbinding elkaar het geschrevene voor. Dat delen in elkaars gevoelens en ervaringen leverde zoveel herkenning en erkenning op dat die bezigheid een kantelpunt in het omgaan met de gevolgen van de beperkingen was.
Over het algemeen vond men het niet zo moeilijk om zich te houden aan de beperkingen ( “ Je leert ermee omgaan “) , maar de emotionele consequenties wogen zwaar. Vooral het gemis van de kleinkinderen was groot. Bijna alle geïnterviewden zeiden dat waarschijnlijk “ het afstand houden van familie “ later in de herinnering aan deze periode op de eerste plaats zou komen. Mooi was ook dat een geïnterviewde zei dat “de solidariteit “ op haar zo’n indruk had gemaakt dat zij zich die later vooral zou willen herinneren.
Op de vraag of de Zorgcoöperatie meer had kunnen doen werd meestal ontkennend geantwoord. Wel was er veel waardering voor de mogelijkheid die Marianne en Piet Bekkers hadden geboden om op hun terras wekelijks op donderdagmiddag te picknicken of een zelf meegebracht drankje te komen drinken.
Tot slot: de geïnterviewden waardeerden het zeer dat ZCR deze belronde had geïnitieerd.