Discussiebijeenkomst in De Knoptoren

Hoe ouder mensen worden, hoe harder ze verkondigen niet gereduceerd te willen worden tot hun leeftijd. Ondertussen ziet de samenleving ouderen steeds meer als een probleem. ‘Kan het ene leven écht meer waard zijn dan het andere? ’

Met deze woorden leidt de journaliste/ schrijfster Marja Pruis haar artikel in de Groene Amsterdammer van 17 juni 2020 met de titel Onze omgang met ouderen in.
Veertien leden van onze Zorgcoöperatie ( 3 (!) mannen en 11 vrouwen ) kwamen op 27 augustus jl. in de Knoptoren bij elkaar om met elkaar over dit artikel te praten. Op die geweldige plek had Peter de Koning een mooie opstelling gecreëerd waardoor 3 groepjes op gepaste afstand van elkaar in gesprek konden gaan.
Theo Scholten, de initiatiefnemer van deze discussie, opende de bijeenkomst en hij was nog maar nauwelijks gezeten of aan de 3 tafels brandde de discussie los. Blijkbaar was er grote behoefte om eens met elkaar stil te staan bij de leeftijdsfase waarin alle deelnemers min of meer terecht waren gekomen. Voor de meesten was het toch wel een enigszins schokkende ervaring geweest in de coronatijd om te ervaren dat ze behoorden tot de groep die aangeduid werd met de term ‘kwetsbare ‘ ouderen.

 

Dat etiket werd nogal eens als stigmatiserend ervaren. Terecht werd dan ook aan alle tafels opgemerkt dat die ‘kwetsbare ouderen’ met z’n allen een hoop vrijwilligerswerk doen. Denk maar eens aan het werk dat oppasoma’s en -opa’s verzetten, aan de gepensioneerden die als vrijwilliger werken bij de kringloopwinkels, de hospices, de voedselbanken, de sportverenigingen, de vele culturele organisaties. Wie haalt het in zijn hoofd om ouderen als onrendabelen weg te zetten? De samenleving zou tot op het bot verschralen als die ‘kwetsbare’  ouderen met hun werk zouden stoppen.
Niemand zal deze positieve waardering van de ouderen van de hand wijzen, maar toch stak op het dieptepunt van de coronacrisis, toen de ic’s nauwelijks meer plaats hadden voor de vele zeer ernstige slachtoffers van het virus en er onacceptabele keuzes dreigden gemaakt te moeten worden, de vraag op: welk leven is waardevoller en wie gunnen we die ene ic-plek die er nog is: die jonge moeder / student / brandweerman of die oude oma / buurman?
Dat duivelse dilemma was de aanjager onder de discussies aan die 3 tafels in de Knoptoren. Dat existentiële probleem deed de deelnemers stilstaan bij vragen als: wie zijn wij ouderen dan, hoe staan wij tegenover deze fase van ons leven, hoe geven wij hieraan een bevredigende vorm?
Het meest opvallende aan de verschillende discussies was de strijdbaarheid en ook het gevoel van trots en de behoefte om zich als oudere te emanciperen. Goed wij moeten accepteren dat oud worden en sterven een gewoon natuurlijk proces is, maar dat wil nog niet zeggen dat we bij de pakken neer gaan zitten. Aan alle tafels kwam ook naar voren dat het zin heeft en terecht is om te kijken naar de verworvenheden van de ouderdom. We genieten van de vrijheid en kunnen ontspannener leven vanuit onze eigenheid; we zijn blij met de ervaringen die we hebben opgedaan waardoor we beter kunnen relativeren, toleranter zijn en daardoor wat minder gauw gestresst; we kunnen dankbaar zijn voor de welvaart waarin we leven en we zien meer dan vroeger hoe bevoordeeld we zijn dat we dat leven kunnen leiden op deze plek op de aardbol; en ook al heeft ieder van ons verdriet en verlies moeten accepteren, we kunnen toch ook allemaal  veel momenten van geluk aanwijzen. En misschien hebben we allemaal geleerd hoe belangrijk het is om “ te zeilen met de wind van vandaag ”.
Een ander belangrijk onderwerp dat aan de verschillende tafels ter sprake kwam en dat toch ook te maken heeft met die vervelende kwetsbaarheid was de wens om de ‘eigen regie ‘ te kunnen voeren. Iedere oudere is zich bewust dat dat misschien weleens moeilijk en zelfs onmogelijk zal worden en dan is het van levensbelang dat er een sociaal netwerk is. De mondige oudere van nu is daarop zeer gespitst, zeker ook omdat de vroegere gemeenschapszin en dienstbaarheid niet meer zo vanzelfsprekend is. Het wordt steeds duidelijker dat wij ouderen elkaar moeten steunen, dat wij voor elkaar een sociaal netwerk zijn. In die zin is het goed dat de Zorgcoöperatie Rooi zich steeds meer in die richting ontwikkelt.
Na ruim anderhalf uur sloot Theo Scholten de zeer geanimeerde  gesprekken over bovenstaande onderwerpen – met alle zijpaadjes die zich daarbij aandienden – af met de wens om zo vaker van gedachten te wisselen over onderwerpen die ons ter harte gaan. Het is fijn om je eens uit te spreken over zaken die zo raken aan het bestaan van alledag. Bovendien versterkt zo’n bijeenkomst het gevoel ergens bij te horen; je ontmoet er mensen voor wie je misschien ooit wat kunt betekenen en de Zorgcoöperatie wordt daardoor een warm netwerk van mensen wier naam en gezicht je bekend zijn.