Een duim die geleefd heeft

door Toon van der Wijst

Dit is een foto van mijn linker duim. Aan de littekens kun je zien dat ik rechts ben. Want je slaat met rechts op je linker duim, je snijdt in je linker duim enz. Inmiddels heb ik, niet geheel toevallig, artrose in die duim, maar niet in mijn rechter duim. Dat heeft ongetwijfeld met de geschiedenis van deze duim te maken: een verslag van 71 jaar “duim”.
Toen ik een jaar of 5 was en wij thuis nog een houtkachel hadden waar je achter door kon kruipen en  achter de kachel kon zitten, leek het me een goed idee om van een paar houtklossen en een plank een bankje achter de kachel te maken.

Zo gezegd, zo gedaan. Litteken één werd het gevolg van een onhandige actie bij de kachel. Ze zouden nu zeggen een 2de graads verbranding.
Een paar jaar later maakte ik samen met wat vriendjes een handboog en wat pijlen om een ver-schiet wedstrijd te houden. Tot die wedstrijd kwam het niet. Ik sneed met het mes, dat ik niet mocht gebruiken, in mijn duim, met een paar krammen tot gevolg.
Op ongeveer 10-jarige leeftijd reed ik vaak mee met Frans van den Broek; een transporteur van stenen, meel en je verzint het maar. Bij een van die keren dat ik meereed, gingen we met een vracht stenen naar het academisch ziekenhuis in Leiden dat een grote verbouwing onderging. Natuurlijk werd er verwacht dat je meehielp met lossen. Ik zat op de passagiersstoel en was doende om uit te stappen. Met mijn hand tegen het deurrubber was ik net van plan uit de auto te springen, toen de deur door iemand werd dichtgegooid. De deur was dicht en mijn duim zat gruwelijk klem. Frans opende de deur, geen bloed wel veel blauw op mijn duim. Hij vroeg of het zeer deed, en ik antwoordde als een grote jongen: “Nee, valt wel mee”.  Volgens Frans moest ik toch maar even het ziekenhuis in gaan om voor het piepkleine schaafwondje een pleister te halen. Het gevolg was overigens wel dat ik sindsdien mijn duim nog nauwelijks kan buigen. Waarschijnlijk gebroken geweest, maar dat had niemand toen gezien.
Veel later, op mijn kamer in Breda, kwamen mijn goede vriend Jan en zijn vriendin Ursula eten. De fles wijn met schroefdop bleek met geen mogelijkheid te openen. De fles wijn weggooien was uiteraard geen optie. Met een schaar probeerde ik die kleine verbindingsijzertjes tussen het bovenste en het onderste deel van de schroefdop door te steken en dat ging  twee keer goed, maar toen schoot ik uit. Afijn, in het Laurentiusziekenhuis in Breda wisten ze daar wel raad mee.
Dit verhaal heb ik niet uit mijn duim gezogen. Het is echt waar. En als ik nu de pijn van de artrose voel, denk ik ook aan de mooie herinneringen van mijn jeugd. En dat maakt de pijn een stuk dragelijker.